Voor 20 uur besteld, volgende werkdag geleverd (vrijdag tot 19 uur) | + 50 000 artikelen op voorraadMeer info

Homepage

Toekomstbestendig design essentieel voor datacomprojecten in de residentiële markt

“Durf vragen wat de eindklant écht nodig heeft”

Databekabeling en/of een Wi-Fi-netwerk in een woning voorzien? Fluitje van een cent, denken veel installateurs. Niets is minder waar: ook dergelijke installaties verdienen een grondige voorbereiding en uitvoering. Luc Myny, Domain Expert Connectivity bij Cebeo, merkt dat bepaalde essentiële kennis vaak nog ontbreekt en breekt daarom een lans voor een echt professionele aanpak. Hij deelt zijn knowhow in acht nuttige tips.

1. Denk verder dan bij een ‘gewone’ elektrische installatie

Luc Myny: “De rol van de installateur in de residentiële markt is de jongste jaren gevoelig uitgebreid. De tijd is voorbij dat hij zich kon beperken tot de woning zo goed mogelijk voorzien van elektriciteit. Zo is domotica belangrijker geworden, maar sinds de coronacrisis vinden mensen het essentieel om thuis ook over een goed netwerk en oerdegelijke Wi-Fi te beschikken. Dat is nog gegroeid omdat we met z’n allen veel meer gebruik maken van streaming-diensten en minder van de ‘traditionele’ tv-decoder.”

“De ervaring leert dat dergelijke databekabeling méér kennis vereist dan wat nodig is om algemene elektriciteit te voorzien. Het is heus wel wat meer dan kabels trekken en er connectoren op plaatsen. We merken dat vanuit de markt de vraag naar relevante informatie en opleidingen stijgt. Daarom hebben we recent voor talrijke Cebeo-medewerkers een aantal vormingssessies over gestructureerde bekabeling voorzien, zodat zij die op hun beurt aan de installateur kunnen doorgeven. Durf daarom als installateur ook voor de spiegel staan: als je het gevoel hebt op dit vlak nog te kunnen bijleren, sta er dan zeker voor open.”

“Datacom is heus wel wat meer dan kabels trekken en er connectoren op plaatsen.”

2. Gebruik Cat6 in plaats van Cat5e-kabels

“Beide kabeltypes lenen zich voor snelheden tot maximaal 1 gigabit per seconde (1000 Mbps), maar de recentere Cat6-kabels zijn beter geschikt om hogere wattages te verwerken, wat belangrijk is voor PoE-standaarden (Power over Ethernet). Dat groter vermogen is cruciaal om connecties met heel wat huishoudtoestellen, een domoticasysteem en camera’s te faciliteren. Bovendien is er amper nog een prijsverschil met Cat5e, waardoor ze op langere termijn sowieso interessanter zijn. Doordat Cat6-kabels beter tegen interferentie en ruis zijn gewapend, geniet de eindklant van een stabielere en helderdere verbinding.”

3. Denk aan de toekomst en voorzie voldoende aansluitingen

“Je wil het de eindklant – en jezelf – niet aandoen dat je op termijn kap- en breekwerken moet uitvoeren om meer en betere elektrische aansluitingen te voorzien. Anticipeer op de toekomst door ruim voldoende aansluitingen te integreren. Dan heb je aan één grondig uitgekiend netwerkdesign altijd genoeg.” 

4. Integreer de aansluitingen in een datakastje

“Een patchkast is de ‘meterkast’ van je netwerk. Het is een heel esthetische oplossing om de kabels ordentelijk samen te brengen en daar verder aan te sluiten op een router, modem of switch. Dergelijke datakastjes zijn beschikbaar in verschillende hoogtes en maken steevast deel uit van een basisassortiment voor het creëren van datacom-netwerken. Ze zorgen voor netheid en overzicht, zodat het voor de installateur en de eindklant eenvoudiger en aangenamer wordt om uitbreidingen of aanpassingen (‘patching’) aan het huidige netwerk bij de eindklant te doen.”

5. Verzorg het afmonteren

 “Kabels trekken kan iedereen, maar de juiste ‘afmontage’ is de sleutel tot succes. We zien dat veel installateurs de RG45-pluggen gebruiken voor databekabeling. Dat is vragen om problemen, want die zijn niet gemaakt om op installatiekabels te gebruiken. We adviseren daarom het gebruik van ‘jacks’: door hun typische mechanische structuur, garanderen die een beter contact en zit de kabel ook veel vaster. Dat staat garant voor een betere connectie.”

“Door hun typische mechanische structuur, garanderen jacks een beter contact en zit de kabel ook veel vaster.”

6. Verkies Wi-Fi-functionaliteit boven esthetiek

“Bij het uittekenen van het plan voor de elektrische voorzieningen in een woning, is het essentieel om niet puur esthetisch te denken. Als de eindklant comfortabele Wi-Fi wil, kan je het je als installateur niet permitteren om alle apparatuur en access points ‘onzichtbaar’ te integreren. Voor een optimale Wi-Fi-verbinding, is het onvermijdelijk dat de units (de zogenaamde ‘access points’, vaak met ingebouwde antennes) zichtbaar worden opgehangen. Anders lopen/botsen die verbindingen letterlijk tegen de muren. Luister daarom heel goed naar de toepassings- en internetwensen van de klant. Vertel hem ook dat een uitstekende toegang tot de digitale wereld onmogelijk is als alle access points onzichtbaar zijn.”

7. Gebruik simulatiesoftware en laagdrempelige apparatuur

“Analyseer of de connectiviteitswensen van de eindklant overeenkomen met wat op plan is uitgetekend. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de gratis (online) beschikbare simulatiesoftware WiFi Planner Pro van fabrikant D-Link. Met deze software kan je een plan van het gebouw inladen, muren intekenen (elk type muur veroorzaakt een verzwakking van het Wi-Fi-signaal) en  vervolgens de software laten bepalen waar je idealiter alle access points voorziet. Bovendien krijg je daar vervolgens nog een rapport van. De bij Cebeo beschikbare installatiegids Wi-Fi Planner Pro helpt je al een heel stuk op weg. Werken met D-Link vereist een minimum aan IP- en configuratiekennis. Op de markt is intussen ook een heel laagdrempelige oplossing voor Wi-Fi-aansluitingen beschikbaar, die geschikt is voor wie zijn eerste stappen in deze wereld zet.”

8. Creëer ook outdoor een krachtig Wi-Fi-netwerk

“Zeker in de zonnigste maanden vinden mensen het heerlijk om veel buiten te vertoeven en ook daar over een goed functionerend netwerk voor datacommunicatie te beschikken. Gegarandeerd valt de goede verbinding dan weg door de isolatienormen en geïsoleerde ramen. Maak dan niet de fout om op de buitengevel acces points te voorzien die zich vooral lenen om indoor optimale Wi-Fi te faciliteren. Outdoor access points zijn waterdicht en bestand tegen grote temperatuurverschillen, zodat je ze makkelijk buiten kan plaatsen. Door ze op een bestaand beheersysteem te connecteren, verbind je ze voor een naadloze Wi-Fi-dekking binnen en buiten.”