Alles wat je moet weten over de gewijzigde wetgeving voor noodverlichting
Alle bouwvergunningen die na 19/12/2024 zijn goedgekeurd, dienen te voldoen aan de nieuwe norm EN 1838:2024, maar van welke essentiële wijzigingen moet jij op de hoogte zijn? Wij gaan in gesprek met Steve Demeyere, Managing Director van Zemper Belux over de wijzigingen en wat ze voor jou als professional betekenen.
EN 1838:2024: norm of wet?
“EN 1838:2024 is een norm, maar in België wordt deze norm ook opgenomen in ons wetboek. Daardoor zijn wij een van de weinige landen waar deze norm ook een verplichting zijn is”, vertelt Steve. “Het is daarom cruciaal dat alle bouwvergunningen goedgekeurd na 19 december voldoen aan deze norm. Als dat niet het geval is, kan de installatie afgekeurd worden na de controle.”
De belangrijkste wijzigingen doen zich voor op vlak van vluchtweg- en antipaniekverlichting. Ook dienen er op meer plaatsen armaturen voorzien te worden. Ten slotte blijft onderhoud een cruciaal element in de norm.
Vluchtwegverlichting

Vluchtwegen breder dan 2 meter breed dienen over de volledige breedte te worden uitgelicht. De horizontale verlichtingssterkte op de vloer mag dus niet minder dan 1 lux bedragen. Voor vluchtroutes breder dan 2 meter worden randen van 0,5 meter van de omtrek van het vluchtroutegebied uitgesloten.
Antipaniekverlichting
Bij ruimtes groter dan 60 m² moet er verplicht antipaniekverlichting voorzien worden met een verlichtingsniveau van 0,5 lux. Dit verlichtingsniveau zorgt ervoor dat je elkaar herkent en ziet. Het verlichtingsniveau mag dus lager zijn dan de verlichting op de vluchtweg.
Volgens de gewijzigde norm moet nu ook een risicoanalyse gemaakt worden voor ruimtes kleiner dan 60 m². Zo kan het zijn dat er in een kleinere ruimte een groot aantal mensen aanwezig zijn (bv. cafetaria, klaslokalen tijdens een opendeurdag, …) of meer hindernissen (bv. boekentassen op de grond) waardoor het risico voldoende groot wordt geacht om ook aan de normen te moeten voldoen.
Voor toiletomgevingen zijn nu specifieke normen gedefinieerd. In alle toiletten vanaf 8 m² dient er noodverlichting (1 lux) aanwezig te zijn in de lobbyruimte (waar je je handen wast). In toiletten die voorzien zijn van (1) doucheruimtes, (2) kleedkamers of (3) babyverzorgingsruimtes moet er 1 lux gegarandeerd worden op grondniveau.
Voor individuele toiletten met babyverzorgingsruimte wordt een horizontale verlichtingssterkte vereist van ten minste 1 lux op de luiertafel. Specifiek voor de luiertafel zullen er dus lichtberekeningen gemaakt moeten worden.
Ten slotte blijft de norm ongewijzigd betreffende de andersvalidetoiletten: daar dient nog steeds een noodverlichtingstoestel aanwezig te zijn, wat in een ander individueel toilet niet nodig is.

Extra uitlichting vereist
Op de volgende cruciale punten dient noodverlichting en signalisatie voorzien te worden binnen 2 meter (horizontaal gemeten):
- Bij ieder kruispunt van wandelgangen
- Buiten het gebouw in de buurt van elke laatste nooduitgang en naar een veilige plaats
- Nabij elke EHBO-post (AED) zodat de verticale verlichtingssterkte op de EHBO-koffer minstens 5 lux bedraagt
- Nabij elke brandbestrijding en brandalarm-oproeppost, zodat er 5 lux verticale verlichtingssterkte voorzien wordt bij:
- Brandalarmmelders
- Brandbestrijdingsapparatuur
- Brandcentrale en herhaalborden
- Evacuatieplannen
- Nabij veiligheidsvoorzieningen voor mensen met een fysieke beperking
- Nabij het punt waar een alarmoproep wordt ontvangen van een personenlift
- Gangen van alle deuren van personenliften naar de dichtstbijzijnde vluchtroute
- Nabij bedieningsorganen voor handmatige ontgrendeling (meestal groene antipanieknoodknop) om ook elektronisch vergrendelde deuren te ontgrendelen
- Vluchtweg richting de verzamelplaats

Onderhoud
De onderhoudsvereisten zijn niet nieuw, maar worden nu onder norm EN 1838:2024 geplaatst in plaats van EN50172. Daarin staat dat jaarlijks onderhoud een verplichting is. Daarvoor moet een logboek bijgehouden worden, waarin de volgende zaken staan:
- Datum van het onderhoud
- Datum en beknopte gegevens van elke uitgevoerde onderhoudsbeurt, controle of test
- Datum en beknopte details van eventuele defecten en genomen corrigerende maatregelen
- Datum en beknopte gegevens van eventuele latere wijzigingen aan het noodverlichtingssysteem (voorbeeld aanpassing van het voedingsbord)
Het logboek kan ook pagina’s bevatten met betrekking tot andere veiligheidsgegevens, zoals brandalarmen.
Het controle-onderhoud verloopt anders naargelang de gekozen armaturen. Zo heb je armaturen met een testknop, armaturen met een zelftestfunctie of draadloze, adresseerbare armaturen waarbij het logboek automatisch wordt gegenereerd. Voor meer informatie kan je steeds terecht bij de specialisten van Cebeo.
Impact gewijzigde wetgeving noodverlichting
“Meer dan ooit is noodverlichting een echte specialisatie”, besluit Steve Demeyere van Zemper. “2025 zal hét overgangsjaar zijn waarbij noodverlichting een specialistenwerk is. Ook bij Zemper hebben we ons productgamma uitgebreid na de gewijzigde norm. Nu noodverlichting ook in kleinere ruimtes aanwezig moet zijn, hebben we bijvoorbeeld armaturen ontwikkeld met een veel lager vermogen. Daarnaast is er een uitbreiding gekomen op vlak van de lenzen met oog op het verspreiden van licht.”
De wijzigingen hebben vooral een grote impact bij het opmaken van de lichtstudie: waar moet er verlichting komen? Waar horen de stopcontacten? Hoeveel lux? Waar hoort de branddetectie en waar noodverlichting? De bouwheer mag dan wel verantwoordelijk zijn voor zijn gebouw, maar ook onder meer de installateur en de architect spelen een cruciale rol hierin.
“Het is zeker een goed idee om de opgemaakte lichtstudie nog eens voor te leggen bij de Cebeo-verlichtingsspecialisten of bij het eigen merk. Met een dubbele check kan nagegaan worden of de voorgestelde armaturen voldoen en of dat er optimalisaties mogelijk zijn. Werd er nog geen studie uitgewerkt? Ook dan kan je terecht bij Cebeo’s verlichtingsspecialisten of bij Zemper”, besluit Steve Demeyere.