Belgische industrie zet mondjesmaat stappen naar machine connectivity en edge computing
“Europese wetgeving kan versnellend effect hebben”
Operationele technologie (OT) verbinden met informatietechnologie (IT) biedt enorme mogelijkheden om productieprocessen efficiënter te maken en de duurzaamheid van machines te verhogen.
Hoe verloopt die adoptie in de Belgische industrie? Welke stappen zijn er nog nodig?
Over deze en andere thema’s ging Maarten Rood (Market Manager Industry bij Cebeo) in gesprek met Christophe Michiels (IoT-engineer bij Sirris Kortrijk), Alain Wayenberg en Stijn Pauwels (allebei Business Group Leader Manufacturing bij Agoria).

Waar staan we vandaag met de adoptie van IoT-connectiviteit in de Belgische industrie?
Alain: “Machines connecteren is belangrijk met het oog op de digitalisering en automatisering van de productievloer, maar kan niet van vandaag op morgen. Zowat elk bedrijf heeft nog veel oudere machines, die niet geconnecteerd zijn. De grootste uitdaging bestaat erin om die infrastructuur wél met IT te verbinden, door ze uit te rusten met extra systemen. Nieuwe machines hebben die connectiviteit wél, ook omdat de markt dat zo vraagt. Je merkt wel dat ondernemingen kijken naar oplossingen om oudere machines te koppelen. Dat kan soms op een vrij rudimentaire manier, bijvoorbeeld met signaallampen die aangeven in welke status een machine zich bevindt. Gebruik maken van IO-Link is een andere mogelijkheid. Bij ‘revamps’ (modernisering van een bestaande installatie) is de realisatie van zo’n koppeling een prioriteit, maar het proces om alle machines binnen een werkplaats op die manier te actualiseren, gebeurt heel gefaseerd.”
Christophe: “Grotere bedrijven zijn er doorgaans beter mee vertrouwd dan kmo’s, die er in sommige gevallen nog de noodzaak niet van inzien. Bijkomend probleem is dat een doorsnee machinepark bestaat uit veel verschillende installaties, meestal van diverse merken. Sommige machinebouwers creëren zelf een ecosysteem om data uit hun machines te halen, maar zo wordt het alleen maar uitdagender om alles te uniformiseren naar één platform. Bovendien vragen veel machinebouwers extra centen om connectiviteitsoplossingen te implementeren. Dat vaak aanzienlijke prijskaartje, soms zelfs voor het gebruik van protocollen en data, schrikt af. Bij transfers van data naar de cloud loopt het kostenplaatje nog verder op, al biedt de cloud meer data-analysemogelijkheden, onder meer door gebruik te maken van AI.”
Stijn: “Machinebouwers investeren in hard- en software om meer data uit machines te halen en willen die ontwikkelingskost recupereren.”

In welke mate vormt het vereiste budget voor bedrijven een barrière om op machine connectivity in te zetten?
Stijn: “Op zich kan de investering beperkt blijven, maar zeker in het kmo-landschap kennen velen de mogelijkheden vandaag op zich nog te weinig. Ze vragen zich ook af wat ze met die data kunnen doen. Grotere ondernemingen gaan er vaak sneller mee aan de slag, omdat zij grotere machineparken hebben en er dus ook een hogere meerwaarde mee kunnen realiseren.”
Christophe: “Daarnaast betalen bedrijven liever voor hardware dan voor software, hoewel die natuurlijk evenzeer cruciaal is.”
In welke mate kunnen onder meer machinebouwers en systeemintegratoren nieuwe businessmodellen puren uit IIoT (Industrial Internet of Things)?
Christophe: “Het biedt ongelooflijke mogelijkheden, zeker op vlak van voorspellend onderhoud (‘predictive maintenance’). Hoewel de opportuniteiten enorm zijn en de wil aanwezig, moet de inburgering van dergelijke nieuwe businesmodellen grotendeels nog gebeuren. Dat de interesse groot is, zie je in de talrijke ‘proof of concepts’ die worden uitgerold. Bij veel spelers is het een proces dat zich de komende jaren zal voltrekken en dat vaak versneld zal gebeuren door het bewustzijn over de meerwaarde van AI.”
Stijn: “Machinebouwers kunnen IIoT aanbieden als een dienst, waarbij bedrijven niet langer betalen voor de machine zelf, maar wel voor wat het hun oplevert. Zoals je al ‘software as a service’ (SaaS) hebt, evolueren we naar een model zoals ‘product as a service’ (PaaS). Bijvoorbeeld: een koekjesfabrikant betaalt zijn machinebouwer dan niet de machine waarmee ze haar producten maakt, maar betaalt die fabrikant een vaste vergoeding voor elke doos koeken die van de band rolt.”

De meeste OT-engineers zijn weinig tot niet vertrouwd met IT en vice versa. Om die reden bieden we met Cebeo via Cebeo Campus ook heel wat opleidingen aan. Hoe kan je er verder nog voor zorgen dat de connectie tussen beide zo vlot mogelijk tot stand komt?
Christophe: “De convergentie tussen IT en OT gebeurt het best via een multidisciplinair team. Met Sirris proberen we bedrijven daar ook zo goed mogelijk in bij te staan, onder meer door masterclasses ‘connected factories’ en ‘cybersecurity’.”
Alain: “Zelf geloof ik sterk in de meerwaarde van IO-Link. Veel bedrijven zetten daarop in, omdat dit aanzienlijke mogelijkheden biedt om meer informatie uit sensoren en actuatoren te halen en die toestellen dus intelligenter te maken. Vaak gebeuren de berekeningen van de data via edge computing, waarna men vervolgens de data nog altijd naar de cloud kan sturen. Jaarlijks stijgt het aantal IO-Link-connecties in België met 15 à 20%, maar er is zeker nog een lange weg af te leggen. We kunnen dat proces versnellen door opleidingen te geven die de mogelijkheden schetsen. Op die manier kunnen we het bewustzijnsniveau bij onze industrie verhogen.”

Alain Wayenberg, Agoria
“IO-Link biedt aanzienlijke mogelijkheden om meer informatie uit sensoren en actuatoren te halen.”
Christophe: “De communicatie tussen IT en OT zal altijd via een mix van protocollen gebeuren. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan MQTT (waarmee sensoren eenvoudig en energiezuinig data naar andere systemen kunnen versturen, red.) en zelfs Modbus, al beschikt dit ouder protocol niet over ingebouwde beveiliging, waardoor het kwetsbaarder is. 5G is momenteel amper ingeburgerd, al is het wel interessant voor real-time industriële toepassingen. Je kan de communicatie tussen verschillende protocollen wel verbeteren via protocol-converters. Die kunnen erg waardevol zijn bij de modernisering van machineparken.”
Christophe Michiels, Sirris
“De communicatie tussen IT en OT zal altijd via een mix van protocollen gebeuren.”
Op welke manier kunnen Cebeo, machinebouwers en andere stakeholders de integratie van IIoT in België laten versnellen?
Stijn: “Persoonlijk denk ik niet dat België op dat vlak achterloopt, al beschik ik niet over cijfermateriaal om dat te staven en is de doorsnee Belg van nature eerder conservatief. Wel is het zo dat wie levert aan Aziatische afzetmarkten sneller in IIoT zal investeren, omdat China en co technologie globaal bekeken sneller accepteren.”
Christophe: “Het bespoedigen van de trend is een verantwoordelijkheid van iedereen. Daarom nodigen we in de acht vestigingen van Sirris regelmatig bedrijven uit om specifieke toepassingen toe te lichten, demo’s te geven en uit te leggen welke materialen we daarvoor gebruiken.”
Alain: “We mogen verwachten dat de Europese regelgeving die al in voege is getreden of binnenkort van kracht wordt – zoals de Data Act, de Cyber Resilience Act en NIS2 – de markt ook tot meer actie zal inspireren.”
Stijn: “Klopt. Er komt veel wetgeving op onze industrie af (zie kaderstukje), wat tot meer normalisatie zal leiden. Je merkt dat veel bedrijven nog zoekende zijn: ze bekijken hoe ver ze daarin kunnen en moeten gaan. Gezien veel nieuwe regelgeving binnenkort van kracht wordt, kunnen ze niet anders dan er werk van maken.”

Stijn Pauwels, Agoria
“Er komt veel wetgeving op onze industrie af, wat tot meer normalisatie zal leiden.”
Cloud of edge?
Christophe: “Event data zoals of de machine aan dan wel uit staat, vragen weinig volume en kunnen gerust naar de cloud. Hogefrequentiedata, zoals info over de trillingen van een machine, vereisen wél veel rekenkracht en gaan beter naar een lokale server (edge computing), ook in functie van snellere beslissingen. Bedrijfskritische data houden de meeste bedrijven sowieso liever lokaal.”
Europese regelgeving
De Europese regelgeving inzake digitalisering en automatisering in een notendop.
Data Act: bepaalt wie toegang krijgt tot data die gegenereerd worden door slimme apparaten en industriële systemen, en hoe die data gedeeld mogen worden. De regelgeving treedt in werking op 12 september 2025.
Cyber Resilience Act: verplicht fabrikanten om cybersecurity vanaf het ontwerp te integreren in hardware en software en om beveiligingsupdates te voorzien gedurende de hele levensduur van het product. Is van kracht sinds 10 december 2024 en gaat over hardware en software die vanaf 11 december 2027 in de EU wordt verkocht.
AI Act: legt regels op rond het gebruik van artificiële intelligentie, met een focus op risicobeheersing, transparantie en veiligheid, afhankelijk van het type AI-toepassing. De AI-wet is op 1 augustus 2024 in werking getreden en is vanaf 2 augustus 2026 volledig van toepassing. Verbodsbepalingen en verplichtingen inzake AI-geletterdheid zijn sinds 2 februari van dit jaar al van kracht.
NIS2: legt strengere eisen op aan cybersecurity en incidentenrapportage voor essentiële en belangrijke sectoren, waaronder de industrie, energie en IT-diensten. De richtlijn moest uiterlijk op 17 oktober 2024 door de lidstaten zijn omgezet in nationale wetgeving.