You are using an outdated browser. Upgrade your browser today to better experience this site.

Veiligheid van tertiaire gebouwen

Gecertificeerd installateur of niet? Cebeo is jouw partner!

Gecertificeerd installateur of niet? Cebeo is jouw partner!

Cebeo biedt veiligheidsoplossingen aan van verschillende gecertificeerde fabrikanten, gaande van toegangscontrole en camerabewaking tot branddetectiesystemen. En jij als installateur? Jij bent zeker dat je steeds genormeerde producten installeert bij je klant, als je kiest voor Cebeo’s producten en oplossingen – of je nu zelf gecertificeerd bent, of niet.

LEES VERDER


Wetten en normen veiligheid

Wetten en normen om de veiligheid van installaties te checken

Keuringsinstanties, zoals J. Van Hemelen (uit Alsemberg en Kortrijk), gaan na of elektrische installaties voldoen aan de wettelijke eisen die beschreven staan in het AREI. Daarnaast houden ze ook rekening met niet-wettelijke normen, zoals de regels van goed vakmanschap. Hun finale doel? Een partner zijn voor het preventiebeleid van bedrijven. Lees meer over hun oprechte ambitie in het interview met keurder Koen Van Hemelen.

LEES VERDER

Het vernieuwde AREI

Het vernieuwde AREI over veilige bekabeling

Het AREI, of voluit Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties, beschrijft waaraan elektrisch materiaal en elektrische installaties in België dienen te voldoen. De vernieuwde versie, die in voege ging op 1 juni 2020, sluit beter aan bij de Europese normen en houdt rekening met nieuwe technieken (PV, laadpalen, batterijen). Wat bekabeling betreft: voorzien we nu best halogeenvrije of brandvrije kabel in tertiaire gebouwen? Je leest het in ons interview met kabelleverancier Nexans.

LEES VERDER


 

download volledig dossier

bekijk volledig dossier


 

Gecertificeerd installateur of niet? Cebeo is jouw partner!  

 

technieken correct installeren

Het is de taak van de installateur om de technieken voor gebouwbeveiliging correct te installeren. Maar wat met de certificaten van deze systemen? Daarover hoeft de installateur zich geen zorgen te maken als hij kiest voor oplossingen van Cebeo. Want dankzij onze samenwerkingen met genormeerde fabrikanten is hij zeker van de kwaliteit en de normen waaraan de producten verplicht voldoen.

 

Gecertificeerde producten en oplossingen

De fabrikanten waarmee Cebeo samenwerkt dokteren gecertificeerde concepten uit rond veiligheidstechnieken voor gebouwen. Cebeo biedt zodoende producten en oplossingen aan die door de fabrikant gecertificeerd worden, waardoor de installateur (en eindklant) op zijn twee oren mag slapen.

 

Verhoogde veiligheid dankzij building automation

Building automation verhoogt niet enkel de energie-efficiëntie en het comfort van een gebouw, maar eveneens de veiligheid. Want dankzij gebouwautomatisering kunnen niet alleen de verlichting, ventilatie en verwarming met elkaar communiceren. Het is ook mogelijk om je bewakingssysteem, toegangscontrole of branddetectie te integreren.

 

 

Onder building automation – access & security biedt Cebeo volgende producten aan:

Deurcommunicatie:
oplossingen via zowel tweedraadssystemen als via IP-communicatie

Toegangscontrole:
toegangscontrolesystemen, elektrische deursloten, deurmagneten …

Poortautomatisatie:
garagepoortaandrijving, toebehoren voor poort- en rolluikaandrijving …

Branddetectie:
adresseerbare brandsystemen

Inbraakdetectie:
inbraaksystemen, zowel bedraad als draadloos

Camerabewaking:
CCTV via IP en met gegevensverwerking zoals heat mapping, people counting …

 

Toegangscontrole

Cebeo biedt via z’n partner CDVI toegangscontrole op maat voor elke installateur. In de ontwerpfase bekijken we samen de inplanting en stellen we de mogelijke componenten voor. Deze oplossingen kunnen gaan van geëncrypteerde communicatie tussen badge en lezer voor het voorkomen van card cloning tot smartoplossingen zoals Bluetooth 5.0 codeklavieren.

Branddetectie

Van concept tot onderhoud: voor adresseerbare branddetectiesystemen werkt Cebeo onder andere samen met fabrikant Limotec. De installateur kan hierbij rekenen op advies op maat voor zijn offerte, de nodige ondersteuning bij de programmering van het systeem en hulp bij het aanbieden van onderhoudscontracten aan de eindklant. Zo zorgen we samen voor een kwalitatieve en veilige oplossing.

Camerabewaking

Privacy binnen camerabewaking is al geruime tijd één van de aandachtpunten bij het uitwerken van een project. Om de installateur te ontlasten kan Cebeo hiervoor een oplossing bieden. Samen met fabrikant Comelit zorgt Cebeo namelijk voor een degelijke aanpak en dit vanaf de conceptie tot en met installatie van de bewaking.

 

Laat veiligheidstechnieken met elkaar spreken via KNX

KNX is een wereldwijd open protocol dat beschrijft hoe alle technieken die een tertiair gebouw automatiseren met elkaar spreken. De technieken kunnen via KNX decentraal aangestuurd worden, wat betekent dat ze het niet allemaal laten afweten als één techniek faalt. Wel kunnen bij een bepaalde waarneming van de sensoren – bijvoorbeeld bij brand of CO2-overschrijding – verschillende technieken in werking treden. Ook in de strijd tegen Covid-19 is het interessant dat de ventilatie automatisch gestuurd wordt dankzij de koppeling op een KNX-systeem.

Laat veiligheidstechnieken met elkaar spreken

 

 


 

“Risicoanalyses en respect voor normen zijn essentieel voor veiligheid” 

 

Koen Van Hemelen van het Keuringsorganisme J. Van Hemelen

Wanneer kan een elektrische installatie als ‘veilig’ beschouwd worden? Als ze voldoet aan het KB 08.09.2019 ("nieuwe AREI"), of mag de lat hoger? “Als keuringsorganisme gaan we na of de installatie voldoet aan de wettelijke voorschriften, maar normen, ook al zijn ze niet altijd wettelijk afdwingbaar, betekenen in het kader van veiligheid een grote meerwaarde”, stelt Koen Van Hemelen van het Keuringsorganisme J. Van Hemelen uit Alsemberg en Kortrijk.

 

Het onafhankelijke keuringsbureau is bevoegd voor de controle van onder andere elektrische installaties, liften en brandveiligheidsinstallaties en is dus heel goed vertrouwd met de veiligheidsaspecten in de tertiaire sector.

 

Bondgenoot

Bedrijfsleider Koen Van Hemelen beschouwt zijn organisme als een bondgenoot van zowel de installateur, studiebureau als de uitbaters. De kernopdracht van het keuringsorganisme bestaat erin om de technische installaties te controleren op conformiteit aan de geldende wetgeving. Van Hemelen doet echter meer dan dat. “De wet is er niet ter wille van de keurders, wel om de gebruikers van deze installaties te beschermen. Soms leeft het misverstand dat wij erop uit zouden zijn om af te keuren. Integendeel, we zijn een partner voor het preventiebeleid van bedrijven. Want ook al wordt de letter van de wet nageleefd, dan kan het zijn dat we vaststellen dat de veiligheid enigszins beter kan: we beschouwen het als onze morele plicht om dit te signaleren. Daarnaast zijn we ook steeds bereid om advies te verstrekken, nog voor de eigenlijke controle plaatsvindt.”

 

“De wet is er niet ter wille van de keurders, wel om de gebruikers van deze installaties te beschermen.”

 

Wetten en normen

Veiligheid is wettelijk gereguleerd op verschillende niveaus. Op Europees vlak vinden we richtlijnen terug voor diverse materialen en uitrustingen. Vaak raakt dit ook het aspect elektriciteit of de elektrische installaties. Vanzelfsprekend zijn er ook productnormen die de fabrikanten moeten respecteren.

Op nationaal niveau staat in het KB van 08.09.2019 beschreven waaraan een elektrische installatie wettelijk gezien dient te voldoen om mensen, goederen en dieren te beschermen. Het KB is de ‘elektrische bijbel’ dus? “Dat zou het in eerste instantie moeten zijn”, relativeert Koen Van Hemelen. “Uit verschillende risicoanalyses – zowel in dit KB, maar ook in de codex voor het welzijn op het werk – kan blijken dat de algemene voorschriften niet voldoende zijn en bijkomende specifieke maateregelen dienen worden getroffen. In dergelijk geval zijn bijkomende ingrepen of voorzieningen nodig in de elektrische installatie om de veiligheid te kunnen garanderen. Regelmatig wordt in de wetgeving verwezen naar de ‘regels van goed vakmanschap’”, legt Koen Van Hemelen uit. En dan komen de normen in beeld. “Voor de toepassing van het goed vakmanschap wordt er inderdaad gerefereerd aan normen. Deze zijn niet altijd afdwingbaar, maar worden door experten wel gebruikt om een installatie of machine te beoordelen.”

Veiligheid is wettelijk gereguleerd

 

Regelmatig wordt in de wetgeving verwezen naar de ‘regels van goed vakmanschap’

 

Risicoanalyse

Het advies van Koen Van Hemelen is hier tweevoudig: “Risicoanalyses zijn heel belangrijk en waardevol in het kader van de veiligheid. Zij kunnen precies aangeven welke maatregelen dienen te worden getroffen in de elektrische installatie in functie van het specifieke karakter van de desbetreffende installatie, zijn omgeving en gebruikers. We denken daarbij bijvoorbeeld aan de al dan niet aanwezige veiligheidsinstallaties, bedrijfskritische installaties, evacuatiewegen en de brandveiligheid. Het is de verantwoordelijkheid van de uitbater en/of de ontwerper van de elektrische installatie om die te laten uitvoeren en aanbevelingen van die analyse ook in praktijk om te zetten.”

Risicoanalyse

 

Daarnaast is het niet slecht om over een paar relevante normteksten te beschikken, want ook vanuit de risicoanalyse kan er verwezen worden naar normen. Nood- en veiligheidsverlichtingen, branddetectie- en meldingsinstallaties en warmteafvoerinstallaties zijn hier voorbeelden van. “Zo bestaan er normen over héél veel verschillende domeinen - kortsluitberekeningen, aardingen, etikettering, noem maar op. Zoals gezegd hoef je ze strikt juridisch niet altijd toe te passen, maar zijn ze wel een uitstekende referentie.”

 

 

Berekeningen

Koen Van Hemelen ziet nog een voordeel van normering: “Elektrische installaties worden over het algemeen vooraf berekend: kabel- en kortsluitberekeningen, verlichtingsstudie, ... Als de wettelijke voorschriften hiervoor niet voldoende details beschrijven, dan kan je deze meestal wel terugvinden in de normen. Daarom worden normen ook vaak gehanteerd in calculatieprogramma’s.”

 

Nieuwe technologie

Van Hemelen stelt overigens vast dat zowel technologieën als normen voortdurend evolueren. “Normalisatie blijft de stand der technieken ook volgen. Denk maar aan nieuwe technologie zoals zonnepanelen, laadstations en opslag in batterijen, brandveiligheidsuitrustingen waarvoor specifieke beveiligingen noodzakelijk zijn. Dus ook voor dit type installaties is het aangewezen de normen te volgen.”

 


 

Ga voor halogeenvrije bekabeling in tertiaire gebouwen 

 

Het vernieuwde AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) is sinds juni 2020 van kracht. Dit met het doel om beter aan te sluiten bij de Europese normen en om beter afgestemd te zijn op reële omstandigheden. Het vernieuwde AREI besteedt extra aandacht aan halogeenvrije kabel, terecht zo blijkt. Recente technologieën, zoals zonnepanelen en laadpalen, werden eveneens opgenomen. Een interview met Pascal Place en Sophie Van Outryve van Nexans.

Sophie Van Outryve, Nexans

 

De bepaling van een bundel

Samen met het nieuwe AREI, is ook al even het nieuwe CPR van kracht. Een belangrijke vernieuwing is de definiëring van kabel in bundel. Sophie Van Outryve licht toe: “Vroeger was er geen formele definitie in het AREI en gebruikte men als vuistregel: ‘tussen elke kabel moet tweemaal de diameter van de dikste kabel in de goot vrij blijven’. Is dat niet het geval, dan ligt de kabel in bundel. Nu zegt men: er moet 2 centimeter ruimte zijn. Veel duidelijker dus. Ligt de kabel niet in bundel, dan volstaat een klasse ‘Eca’. Liggen ze daarentegen wel in bundel (tegen elkaar of <2cm), dan is ‘Cca’ verplicht.”

 

 

CPR voor kabels zonder functiebehoud

CPR beoordeelt enkel de reactie van kabels bij brand: of een kabel brand verspreidt of rook ontwikkelt. Functiebehoudkabels zijn niet aan de orde. “Voor dit type kabels, zonder functiebehoud, integreert het nieuwe AREI de CPR-classificering”, aldus Sophie Van Outryve. “Kabels krijgen een klassering van Fca tot Aca. Het AREI schrijft enkel de Eca en Cca brandklasse voor. Daarbij is Eca de minimumvereiste voor individueel geplaatste kabels (het vroegere F1), en Cca voor kabels die in bundel liggen (vroeger F2).” Het nieuwe Cca is strenger dan het oude F2. Daarnaast zijn er nog additionele criteria:

 

s (= smoke)

de mate van rookontwikkeling, op een schaal van 1 tot 3

waarbij 1 = best, dus weinig dichte rook, en waarbij 3 = noch 1, noch 2: niet geslaagd, of niet getest

d (=droplets)

het ontstaan van brandende druppels, op een schaal van 0 tot 2

waarbij 0 = geen druppels, 1 = enkele, en 2 = noch 0, noch 1

d is niet opgenomen in de Belgische wetgeving, m.a.w., in België is d2 altijd voldoende (uitgezonderd in spoorwegtunnels)

a (=acidity)

de zuurtegraad van de rook, op een schaal van 1 tot 3

waarbij 1 = lage zuurte, en 3 = noch 1, noch 2

dit is zowel gevaarlijk voor mens als machines en structurele elementen van gebouwen, die kunnen worden aangevreten

 

PVC-kabels behalen doorgaans slechts s3 en a3. Voldoet de kabel aan s1 en a1, dan zeggen we dat hij halogeenvrij is. Samenvattend hanteren we in België dus 3 niveaus: Eca, Cca s3-a3 en Cca s1-a1.

 

Halogeenvrije kabel

Halogeenvrije kabels geven weinig giftige gassen vrij en ontwikkelen ook minder rook, dan ‘gewone’ PVC-kabel die voornamelijk residentieel toegepast wordt. Het nieuwe AREI legt het gebruik van halogeenvrije kabels (s1,a1) in deze gevallen op:

  • Publiek toegankelijke ruimtes waarin meer dan 50 personen aanwezig kunnen zijn
  • Evacuatiewegen
  • Tunnels

Publiek toegankelijke ruimtes

“Blijkt bovendien uit de risicoanalyse dat ook andere ruimtes moeilijk te evacueren zijn, kies hier ook dan best voor halogeenvrije kabel”, verwittigt Pascal Place. “Dankzij onze nieuwe generatie halogeenvrije kabel hoeft de installateur overigens niet langer bezorgd te zijn over de manipuleerbaarheid, of beter een gebrek daaraan. De nieuwe kabels zijn veel gemakkelijker te strippen, even gemakkelijk als een gewone PVC-kabel.”

 

Vitaal, kritiek, veilig

Een wijziging in het nieuwe AREI, is dat we niet langer spreken over vitale installaties, maar over kritieke installaties en veiligheidsinstallaties.

  • Veiligheidsinstallaties: veiligheid voor mensen
    • Berust op wetgeving (Basisnormen, ziekenhuizen, WZC’s,…)
  • Kritieke installaties: serverrooms, verlichting in veehouderijen,…
    • Berust op de eigen risicoanalyse van de bouwheer

Pascal Place waarschuwt: “Ook al is dit laatste de verantwoordelijkheid van de bouwheer, soms wordt dit afgeschoven naar de installateur. Om een correcte offerte op te maken, zal je naar de risicoanalyse moeten vragen. Alleen zo ben je als installateur zeker waar er al dan niet brandvrije of halogeenvrije kabel moet komen.”

 

 

ascal Place, Nexans

Brandvrije kabel

Brandvrije kabels worden gebruikt bij verbruikers die bij brand zeker moeten blijven functioneren, zoals noodverlichting, sprinklers, rookafzuigingen. “Ze worden getest volgens de strenge norm NBN 713-020 Ad3, en kunnen afhankelijk van kun klasse, één, anderhalf of twee uur blijven functioneren bij brand”, aldus Sophie Van Outryve. “Brandvrije kabels krijgen zo de classificatie FR2 / Rf1h, Rf1h30 of Rf2h. En hun brandreactie wordt volgens de oude pré-CPR classificatie getest: ze moeten ook F2 (niet-brandverspreidend), en SA+SD (= halogeenvrij) zijn.”

Het herziene AREI legt niet langer een minimumduur op voor functiebehoud. Men moet er dus andere wetgeving en regionale decreten bijhalen. De Basisnormen vereisen Rf1h, regionale decreten kunnen strenger zijn. Dit leidt soms tot vreemde situaties: zo moeten brandvrije kabels in Vlaamse WZC’s 90 minuten functiebehoud hebben, in Wallonië slechts een uur. Blijkbaar lopen Waalse senioren sneller dan Vlaamse? We kunnen er om lachen, maar het is dus van belang dat je je hier als installateur van vergewist.”

 

Kabelsectieberekening

Tot slot breken installateurs nogal eens vaker het hoofd over welke kabelsecties te kiezen voor brandvrije kabels. Spanning komt moeilijker door bij een te hoge temperatuur, er ontstaat een spanningsval. “Het nieuwe AREI vermeldt dat je hier rekening mee moet houden, er staat alleen nog steeds niet hoé. Het belangrijkste is dus om aan te kunnen tonen dat je eraan hebt gedacht. De berekening van de kabelsectie is cruciaal voor het functiebehoud van allerhande toepassingen. Bij verhoogde temperatuur verhoogt de weerstand in de kabel. Een verbruiker die 400 volt nodig heeft om te werken (sprinklerinstallaties of liften), zal bij hoge temperatuur bijvoorbeeld maar 300 volt spanning ontvangen, en bijgevolg uitvallen.”

Klas

“Vroeger ging men standaard uit van een factor 4.43 omdat de verhouding van de weerstand tussen 20° en 920° (de geaccumuleerde temperatuur na 1u) 4.43 keer hoger is. Dat is echt een voorbeeld van overdimensionering. Bovendien gaat dit voorbij aan de compartimentering van een gebouw, een belangrijk principe binnen brandveiligheid. De methode van Wiedemann-Franz houdt hiermee wel rekening. Stel: je legt een kabel van 100 meter die door twee compartimenten loopt. Wanneer de kabellengte in het ene compartiment 60 meter, en in het andere 40 meter bedraagt, dan hou je voor de bepaling van de kabelsectie rekening met de grootste lengte, dus 60. Op basis van die lengte bereken je de verhoogde weerstand, en zo de kabelsectie. Dikwijls hoef je eigenlijk maar één sectie te verhogen, wat al bij al dus goed meevalt. Volgens de oude factor 4.43 berekening, kon je al eens op veel dikkere secties uitkomen, met alle mogelijke aansluitproblemen tot gevolg. De kabelsectiecalculator EASYCALC™ op onze website rekent overigens met deze gunstiger methode.”

 

 

Future proof

“Het nieuwe AREI is dus meer gebaseerd op risicoanalyses, houdt rekening met de veiligheid van mensen én (bedrijfskritische) processen en machines. Bedrijven zien dit economische en menselijke aspect meer en meer in. Er wordt in het nieuwe AREI ook rekening gehouden met nieuwe technologieën zoals batterijen, laadpalen en PV-installaties. We kunnen daarom besluiten dat dit AREI meer future proof is”, aldus Pascal Place.

 

TIPS

1. Meerdere kabelgoten boven elkaar? Plaats de brandvrije kabel altijd bovenaan!

2. Bevestig je brandvrije kabels nooit aan oppervlaktes die niet vuurbestendig zijn, zoals een gipsplaat wand. De keuring zal een installatie hierop ook afkeuren!

3. Vraag bij twijfel voor de keuze van halogeenvrije kabel naar de risicoanalyse bij de bouwheer. Lijkt halogeenvrije kabel jou de beste oplossing, neem die dan zeker op in de offerte. Denk eraan dat je als installateur aansprakelijk kan worden gesteld in het geval het misloopt.

 

 

Contact
Wij gebruiken  cookies
Wij gebruiken  cookies  om uw gebruikerservaring te verbeteren.